Veel van onze verhalen komen uit:

 

Hieronder een aantal snelzoekers voor deze pagina:

Foto's van Arend Vreugdenhil  Aannemer B. Koppenol

Machtheld zorgde voor het zieleheil  Annexatie Loosduinen eerste bedreiging

Ansichten Loosduinen  Annexatie 70 jaar geleden

 

Onderstaande informatie en foto's ontvingen wij van Arend Vreugdenhil,
waarvoor onze hartelijke dank.

 

De foto’s zijn gescande dia’s, bijgewerkt met een foto bewerkingsprogramma.

Dit is al zo’n 15 jaar geleden gebeurd, de originele dia’s  heb ik niet meer, wel de origineel gescande, mogelijk is er met een huidig bewerkingsprogramma meer aan te verbeteren.

Diverse foto’s zijn genomen vanuit het ouderlijk huis in de Wilhelminastraat 159, later heette deze straat Loosduinse Hoofdstraat met nieuw huisnummer 900.

Dit huis staat er niet meer, hier is nu een druk kruispunt, Ockenburghstraat is doorgetrokken naar Lozerlaan die de Loosduinsche Hoofdstraat hier kruist.

Bij de foto’s noem ik dat Wilhelminastraat 159.

Mijn ouders zijn toen verhuist naar de Lisztstraat 344, vanuit het Westland gezien het laatste flat aan de rechterkant, deze omgeving is nu volledig volgebouwd. (nieuw waldeck als Haagse stadswijk)

Ook hier zijn foto’s vanuit het flat toen de overkant nog niet bebouwd was. (begin jaren 70)

Klik op de foto's voor een groter formaat


Monsterseweg huis van tuinder v d Gaag, zicht op Dorpskerk voor de restauratie,
zijvleugels zitten er nog aan eind 60ers begin 70er jaren


Als vorige, meer op Loosduinen gericht.

 


Ockenburgh str. Van uit het raam voorzijde Wilhelminastr.159
 


Jeugdherberg Ockenburgh, staat er nog heeft andere bestemming.
 


Het zicht op Loosduinen van uit achterzijde Wilhelminastraat 159.
 


Het zicht op tuinderijen van uit achterzijde Wilhelminastraat 159.
 


Zicht vanaf de Blauwbrug Monsterseweg richting Wilhelminastraat/Ockenburghstraat.
 


Kijkduinsestraat, 1e rechts is Laan van Meerdervoort


732, Monsterseweg huis van tuinder v d Gaag, zicht op Dorpskerk voor de restauratie,
zijvleugels zitten er nog aan eind 60ers begin 70er jaren


733, Als 732, meer op Loosduinen gericht.


IJsbaan Ockenburg
 


Het kruispunt in het centrum link s Gemeentehuis,
Rechts Supermarkt Lemckert en bakker Nederpelt.
 


Emmastraat, later ook Loosduinse Hoofdstraat, Wit “de Bataaf” Bedden ect., rechts daarvan ?
gevolgd door Boek handel Kroon voorheen v d Zanden.
 


Het nieuwe gedeelte waar vroeger “de Roskam” (herberg) stond.
 


Kijkduinsestraat, later Anold Spoelstraat, kijkje in de Willem III straat,
links een flat (1968) op de plaats van oude huisjes met hofjes.
 


Flat Lisztraat o.a. nr.344, opgeleverd in juli 1969,
identiek aan het flat Willem III straat Vorige foto.
 


Uitzicht aan de voorzijde Flat Lisztstraat voorzijde richting Den Haag
 

747
 

748

749

750
747 t/m 750 zoals 746 camera steeds een stukje meer richting Monster.
 


Dorpskerk in Restauratie foto vanaf de de Polderlaan.
 


Loosduinse molen “De korenaer”.
 


Dorpskerk in Restauratie op de achtergrond het bejaarde centrum.
 


Het kruispunt, op de plaats van het gemeentehuis staat nu een Supermarkt,
rechts aan de overkant  het pand van de drukkerij “Kleiwegt”.
 


Pisuissestraat vanaf Arnold Spoelplein.
 


Uitzicht vanuit achterzijde flat Lisztstraat met Gashouder aan de Nieuweweg.
 


Sloop Bakkerij Nederpelt (na Brand) op het kruispunt in Loosduinen
 


Wilhelminastraat vanaf het kruispunt richting Monster, links nieuw, rechts oud.
 


Wilhelminastraat 159 later Loosduinsche Hoofdstraat 900




Zelfde gedeelte als vorige foto, maar dan van de andere kant.
 


Zelfde gedeelte als vorige foto
 


Westerstraat, doodlopend straatje kwam uit op de Nieuweweg.
 


 Nieuweweg, voormalige directeurswoning Noorse Gas Bedrijf later Gemeentelijk gasbedrijf Den Haag.
 


Gasfabriek Nieuweweg.
 


Huizen vanaf Gasfabriek naar “Dekkershoekje”,
eerste huis nr. 35 voormalige woning Fabrieks baas Gasbedrijf.
 


Gerestaureerde Dorpskerk heet nu Abdijkerk. (1974)
 

Even een uitstapje naar 's-Gravenzande

s-Gravenzande, Beukenlaan-gesloopt jaren ,80

 

 

Aannemersbedrijf B. Koppenol


50 Jarig Jubileum van het aannemer bedrijf Koppenol aan de Leugebrug
Foto's ontvangen van dhr. Michel Keus.

Nadere informatie van dhr. Keus: mijn moeder Koppenol heet van haar meisjesnaam, haar vader (mijn opa) Cornelis Koppenol (geboren te hoogvliet) had met zijn broer Ebe Koppenol een bouwbedrijf aan de Leugebrug in Loosduinen, dit bedrijf is in 1926 opgericht door Benjamin Koppenol geboren 4-3-1878 te Hoogvliet zijn vader is Cornelis Corneliszoon Koppenol geboren 20-11-1808 te Hoogvliet (doop) en zijn Moeder is Maria Bokkee 25-02-1836 Oud Beijerland (dit was zijn 2de huwelijk) zijn eerste huwelijk was met Jaapje Stevensdr Zevenbergen geboren 3-10-1810 the Rhoon.

 


Annexatie 70 jaar geleden
Loosduiner voelt zich nog steeds Westlander

Uit: Westlandsche Courant dinsdag 3 augustus 1993
Door: Ton van Scheer
 

Loosduinen
Loosduinen is eigenlijk geen geschikt onderwerp meer voor een rubriek in een Westlandse krant. Maar als, het gaat over het Westlandse verleden, dan is Loosduinen als onderwerp alleszins geoorloofd. Dan kan het zelfs als een zogeheten case-study fungeren. Hoe heeft het zover kunnen komen dat een florerend stukje Westland, volgezet met tuinbouwbedrijven en met mensen die zich stuk voor stuk volbloed Westlander voelden een Haagse wijk werd, met minder eigen uitstraling naar buiten toe dan Scheveningen, Rijswijk of zelfs Kijkduin?

Het heeft natuurlijk altijd al te dicht bij Den Haag gelegen. Of eigenlijk is het andersom. Den Haag kwam te dicht bij Loosduinen te liggen. Want Loosduinen was er al toen Den Haag door de graven van Holland tot plaats voor een jachtslot werd gekozen dat nu nog steeds fier overeind staat als historisch hart van de parlements gebouwen van het koninkrijk der Nederlanden.

Toen de Ridderzaal gebouwd werd stond de abdijkerk van Loosduinen al een tijdje waar die nu nog steeds staat. In 1224 al werd de abdij gesticht door Machteld van Brabant, de echtgenote van graaf Floris IV. Het was toen nog een priorij overigens. De promotie naar abdij maakte deze kloosterlijke instelling pas in 1250. De geschiedenis van Loosduinen gaat zelfs nog verder terug in de grafelijke geschiedenis van Holland. Al in de tijd van de Noormannen was er een versterkte plaats van waaruit de invallen van de vikingen gewapenderhand gekeerd konden worden. Die villa was' prestigieus genoeg om in 1186 het schouwtoneel te zijn voor het huwelijk van de zoon van graaf Floris III en Ada van Schotland.

Annnexatie
De annexatie van de gemeente Loosduinen door Den Haag had plaats in 1923. Dat is alweer een tijdje geleden, maar de basis ervoor ligt al veel eerder. Loosduinen is altjjd al in tweeën gesplitst geweest. De westelijke kant van Loosduinen was in vroeger eeuwen al deel van het Haagambacht. De oostelijke helft, waar de molen en de abdijkerk gesitueerd waren, viel onder de jurisdictie van de ambachtsheer van Monster.

Hoe dat in de zestiende eeuw al heette blijkt duidelijk wanneer die molen wordt neer gezet. Dat werd namelijk gedaan door Maurits zelf ambachtsheer van Monster, Poeldijck, Terheyden ende half Loosduynen. Sijne Excie (excellentie dus, wanneer je als klerk de hele dag alles met de hand moet schrijven kort je snel iets af) liet in 1595 eenen coornwindtmolen oprichten. Helaas bleef hiervan na een storm in 1780 alleen het stenen onderstuk over, maar ook de herbouwde molen blijft een monument voor wat nu een stukje Den Haag is. Toen de molen werd neergezet kon dat misschien nog met stenen van de ruïne van de abdij van Loosduinen. Die was namelijk in 1574 eerst door de Geuzen geplunderd - nog helemaal in de stemming na de inname van Den Briel – en vervolgens door de Spanjaarden nog wat verder verwoest zodat het gebouw niet door de opstandige Hollanders als burcht kon worden gebruikt.

Armoede
Het bleef er een tijdlang armoede nadat het uitbreken van de Tachtigjarige Oorlog er voor deze verwoesting had gezorgd. Een rijke abdij is immers altijd een bron van welvaart voor de hele omgeving. En rijk was de abdij, met op het hoogtepunt een grondbezit van zeshonderd hectare.

In 1672 nog dichtte Constantijn Huygens "Loos Duynlandt, magher staal van overstoven heygrond, Daer 't hongherigh Conyn te nauwer nood syn wey vond".

Wat een verschil met de melding honderd jaar later door een reiziger dat dit land volop werd gebruikt voor de winning van een overvloed aan tuin- en landvruchten. Juist die duinen uit de naam van het dorp zorgden voor de opkomst van een bloeiende tuinbouw. Afgravingen mengden de zandgronden met de diepere landlagen met een grote vruchtbaarheid als gevolg.
In 1827 werden die afzandingen of afgeestingen pas echt goed aangepakt, Er werd een studiecommissie van wijze mannen naar Zuidwest-Frankrijk gestuurd. De heren Gevers Deynoot en Duchesne gingen daar kijken hoe de Gascogners het deden en de Loosduiners deden het vervolgens beter.

Geschiedschrijver J. de Ridder laat in zijn boekje over Loosduinen de tuinbouw alhier een kleine acht eeuwen terug gaan, tot aan de stichting van de priorij met haar uithoven in de buurt, via de teelt experimenten van arts-dichter-ridder Jacob Westerbaen op zijn landgoed Ockenburgh naar de pioniers van de glastuinbouw die in 1912 meer glas in gebruik hadden dan in de hele rest van het Westland.

Veilingvereniging
In 1899 stichtten de Loosduinse tuinders een eigen veilingvereniging en in 1902 voerden ze al de veilplicht in. Nadat in 1903 door een nat jaar de oogst onder het plat glas mislukte werd er massaal overgegaan op de hogere kassen, meteen goothoogte van een meter en 55 centime- ter. Komkommer was toen hét product.

Maar helaas voor het Westland, deze voortrekkers kregen te maken met de woningnood in Den Haag. In 1903 werd er een stuk van Loosduinen afgesnoept. Liep tot dan toe de grens langs de De la Reyweg, de Beeklaan en de Houtrustweg, na de grenswijziging was er een lijn getrokken langs het verlengde van de Leyweg. Het inwonertal van Loosduinen daalde van 7200 naar 6000. Maar daar bleef het niet bij.
Het lijkt een afschrikwekkend voorbeeld voor Wateringen. Daar zou men er nu ook vanaf zijn, nadat er twee polders en, meer dan duizend inwoners aan Den Haag zijn gelaten. Maar blijft het daarbij? In Loosduinen bleef het er niet bij. Twintig jaar na de eerste annexatie was de Haagse agglomeratie tot aan de nieuwe gemeentegrens genaderd en moesten er nog steeds meer woningen gebouwd worden. Uiteindelijk stemden de Loosduinse gemeenteraadsleden zelf zeven stemmen vóór en zes tegen voor de opheffing van de eigen gemeente. Iets dat in Wateringen nu nog onmogelijk lijkt. De Loosduiner is zich overigens in zeventig jaar, ofwel meer dan twee generaties later nog steeds geen Hagenaar gaan voelen, Het is daar nog altijd een Westlandse kolonie in de Haagse agglomeratie.


Kaart van Loosduinen anno 1869


Annexatie Loosduinen eerste bedreiging voor Westland.

Uit: Westlandsche Courant 28 juni 2003
Door: Aad van Holstein
 

Loosduinen heeft nooit echt bij het Westland gehoord. Maar het 'samensmelten' van deze gemeente met Den Haag in 1923 kan als een eerste bedreiging voor deze tuinbouwstreek worden gezien. En zoals de geschiedenis zonneklaar heeft bewezen: terecht.  

De belastingen zouden omlaag gaan en de telefoon zou zelfs goedkoper worden. Het protestantse bevolkingsdeel van Loosduinen geloofde daar meer in dan het katholieke. De Roomsen lieten zich niet zomaar het hoofd op hol brengen door mooie praatjes uit Den Haag. Maar ze hebben wel het onderspit gedolven. Op 1 Juli 1923 was de annexatie, want dat was het gewoon, een feit.

Al op 31 Januari 1922 had de raad van Loosduinen daar, ondanks heftige interne tegenstand, een principebesluit over genomen. Dat gebeurde na het publiceren van de aanvankelijke annexatieplannen, die voorlopig nog grote stukken grond rondom het dorp betroffen. Maar, omdat de financiële toestand van de gemeente Loosduinen met het overnemen van die grond zou verslechteren, werd door een commissie in de raad een voorstel geformuleerd om heel Loosduinen maar met Den Haag te laten samensmelten. Een voorstel om dit aan Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland te adviseren werd met 8 tegen 5 stemmen aangenomen.
Maar de commissaris van de Koningin had helemaal geen haast Berichten in de pers als zou hij geen voorstander van de fusie zijn, worden later weer tegengesproken.

Het is opmerkelijk hoeveel ruimte de Westlandsche Courant in de jaren twintig aan het nieuws uit Loosduinen besteedde. "Wij ontvangen van meer dan één zijde de mededeling dat van bedoeld bericht geen woord waar is. Velen zijn van mening, dat de berichtgever zich voor het karretje van een ander heeft laten spannen. Wij blijven buiten de kwestie en bepalen ons ertoe de zienswijze van de een zowel als van de ander te vermelden", bijt de krant van zich af.

Tegelijk wordt gemeld, dat de fusie wellicht op 1 januari 1923 of 1 januari 1924 zijn beslag zal krijgen. Die laatste datum wordt ook vermeld door de krant 'Het Volk' dat geen acties van de bevolking pro of contra zegt te kunnen bespeuren. Volgens de krant wachten vele ijveraars tégen de fusie – lekker gemaakt als ze zijn door de in het vooruitzicht gestelde lagere belastingen - in stilte af.  

Monddood
Loosduinen was in die jaren een tuinbouwgebied op zich. Het had een eigen veiling en na 12 maart 1919 zelfs twee. Een 'katholieke' en een 'protestantse'. Dat had overigens niets met 'Noord-Ierse' toestanden te maken, maar wel met personen. En dat weer met groepsvorming als gevolg van het ontstaan van confessionele bonden. Door een conflict rond de nog maar net gekozen voorzitter G. A. van Marrewijk ontstond in genoemd jaar een splitsing, die veertig jaar lang heeft voortgeduurd. Uiteindelijk werd in 1959 tot fusie tussen beide veilingen overgegaan. De tuinbouw is echter na die tijd zodanig uit Loosduinen verdrongen, dat de tuinders hun toevlucht zochten in het mede oprichten van een nieuwe veiling Westland-Noord in Poeldijk.

Tegen
Burgemeester en wethouders van Loosduinen waren van meet af aan faliekant tegen de samensmelting. Nog vers lag in herinnering hoe in 1902 een eerdere Haagse aanval op het gebied is afgeslagen. Ze keerden zich dan ook fel tegen een adres beweging die uit de hoek van de voorstanders van de fusie opgang was gebracht. Een zo grote gebiedsuitbreiding als voorgesteld vonden zij 'volstrekt overbodig'. Wethouder Q. A. Nederpel bezigt profetische woorden als hij in een toespraak zegt, dat 'de annexatie met Den Haag in geen geval voordelen brengen zal'. Zijns inziens kan Den Haag nog vele jaren met de duinstrook en een gedeelte van de Escamppolder volstaan. "Spreker zal het betreuren wanneer het mooie dorp Loosduinen, waaraan thans nog allerlei verbeteringen worden aangebracht, met de grote stad zal worden samengesmolten. Moge Loosduinen, Loosduinen blijven." Die wens gaat niet in vervulling, want op 4 januari 1923 besluit de raad met 7 tegen 6 stemmen (vijf katholieke stemmen en één AR tegen) toch tot fusie over te gaan. De datum werd bepaald op 1 juli 1923, zodat de, laatste raadsvergadering op 19 juni tot spijt van de tegenstanders moest worden gehouden. Om toch nog een Loosduiner in de raad van Groot Den Haag te krijgen worden door particulieren acties gehouden. Zo weet de lijst Nederpel! na een grote actie waarbij op zondag 24 juni bij alle Haagse kerken folders worden uitgedeeld! voldoende stemmen op zich uitgebracht te krijgen. In Loosduinen alleen al 1011 van de 2881 geldige stemmen. Een kerkganger had gezegd: "juffrouw! houdt u uw biljetten maar. Wij kennen de heer Nederpel zo goed. De Loosduinse tuinbouw moet in de raad alle kans hebben! wij stemmen op de Loosduinsche lijst". SDAP-raads- lid Van Beijeren wordt echter meteen al op een verkiesbare plaats van zijn partij gezet.
 

Op 1 juli 1923 komt mr. Patijn! de burgemeester van Den Haag! persoonlijk bezit nemen van het geannexeerde Loosduinen. Hij houdt van half drie tot half vijf een receptie. In een publicatie van de gemeente wordt daarna gemeld: 'De voormalige raadszaal zal worden gereserveerd voor de hooge autoriteiten uit den Haag, de burgemeesterskamer voor den chef der politie en de werkkamer van de gemeentebode voor de gewone politie'.
Het nieuwe Haagse raadslid Nederpel was de vader van Leo Nederpel, de auteur van het inmiddels volledig uitverkochte boek 'Een tuinbouwdorp werd stad' en van het boek 'Loosduinen, een vermaard dorp achter de duinen'. In beide boeken wordt de geschiedenis van het dorp op plezierige wijze beschreven. Als gepensioneerd medewerker van de Rijksvoorlichtingsdienst weet hij alles over de verhouding van Loosduinen met het Westland. De oorzaak van het feit dat die niet zo goed was, lag volgens hem in het debacle met de export van aardappelen naar Engeland. Door tijdig omschakelen door de Loosduinse tuinders van aardappel- naar groenteteelt en het gebruik van glas, werd een enorme voorsprong verkregen op het Westland. Al in 1904 bedroeg de oppervlakte aan glas er 28 hectaren of meer dan de helft van alle glas in het hele Westland.

Leer mij Loosduinen kennen
Loosduinen in de 60-er jaren

Hieronder een aantal ansichten die we ontvingen van Riana Luiks uit Utrecht, waarvoor onze hartelijke dank.

  

  

  Ontvangen van Riana Luiks uit Utrecht op 21 december 2005
Deze ansichten hebben we ontvangen van Riana Luiks uit Utrecht op 12 december 2005,
waarvoor onze dank.

Machtheld zorgde voor het ziele heil nieuwe bewoners.

Door: Ton van der Scheer
uit: Westlandsche Courant 17 augustus 1993

's-Gravenzande - Het is sinds de jaren zestig in de mode om kinderen niet meer alleen maar met de geschiedenis van de hoge heren lastig te vallen. Niet meer de geschiedenis van de politieke machthebbers, maar die van de gewone man moest de aandacht krijgen.

Aan de ene kant was dat een stimulans voor historici om eens wat dieper te gaan graven in de historische bronnen, op zoek naar sporen van die gewone man. Aan de andere kant was het voor de leerlingen, lager,

middelbaar en hoger onderwijs een verademing, omdat het gehate jaartallen-in-je-kop-stampen tot het verleden behoorde.

Voor de geschiedenis van het Westland komt het ook heel aardig van pas dat er meer aandacht komt voor Jan met de pet. Want wie hebben in deze streek nu welbeschouwd anders gewoond dan een hele hoop Jannen met even zovele petten?

Maar toch is het niet onredelijk dat de kroniekschrijver van vroeger dagen meer oog had voor koningen en edelen dan voor het horige volk. Ook wanneer weer nu op terugkijken leveren de verhalen over prinsen en prinsessen, hertogen en hertoginnen en graven en gravinnen heel wat schone beelden op.

Kan de Stichting Oud Loosduinen, die enkele jaren geleden een overigens tamelijk bescheiden boekje uitgaf over Machteld van Brabant, gravin van Holland, dat kwalijk worden genomen?

Machteld
Machteld van Brabant is een van de allereerste namen uit de vaderlandse geschiedenis die zonder overdrijven nauw met het Westland verbonden is. Een streek die toen nog in vrijwel geen enkel opzicht te vergelijken was met het gebied dat wij nu het Westland noemen.

Machteld heeft van 1235 tot haar dood in 1267, toen ze ongeveer 67 moet zijn geweest, op het grafelijk hof in 's-Gravenzande gewoond. Zij was in juli 1234, na slechts tien jaar huwelijk weduwe geworden. Haar man, graaf Floris de Vierde (de opa van de beroemdere Floris de Vijfde), kwam jammerlijk om het leven tijdens een steekspel in het Noordfranse Corbie. Jeugdige overmoed kan het nog genoemd worden, want Floris was pas 24 toen de toernooilans van zijn tegenstander hem dodelijk verwondde. Toen Machteld te kennen gaf zich al teveel te willen gaan bemoeien met de opvoeding van haar eigen kinderen onder wie de kleine Willem, die nu als graaf Willem III door het leven moest, stuitte dat op de afkeuring van haar schoonfamilie. Het leek er even op dat Machteld al de huwelijksgoederen die ze van haar jonggestorven echtgenoot had gekregen als verloren moest beschouwen.

Zover kwam het echter niet. De ruzie werd bijgelegd en Machteld betrok het huis in 's-Gravenzande. Of beter gezegd het huis van 's-Gravenzande, want veel meer dan dat huis met bijgebouwen, was er in het tweede kwart van de dertiende eeuw nog niet te vinden op dit aangeslibde stuk zandgrond aan de monding van de Maas, Er moest nog even wat gebeuren voordat het de eerste en enige stad van het Westland kon worden

In talrijke oorkonden kan worden gelezen wat Machteld allemaal heeft bijgedragen aan de ontwikkeling van het gebied dat zij als haar nieuwe residentie had aangenomen. Machteld was als dochter van de hertog van Brabant in Leuven wel even wat anders gewend dan dat nog tamelijk onderontwikkelde Holland. Brabant stond al vol met steden van allure. In Holland had je Dordrecht, Leiden en Haarlem en dan had je het wel gehad, waar het ommuurde nederzettingen van enige importantie betrof. Verder was het nat, koud, leeg en armoedig.

Ontwikkeling
Machteld begreep dat het voor de beschaving van een land als dit belangrijk was dat er meer centra van geleerdheid en vroomheid kwamen. Met slechts twee kloosters (in Egmond en in Rijnsburg) scoorde Holland wel erg slecht. Het klooster van Loosduinen, dat Machteld nog samen met haar man stichtte, was nummer drie en er zouden er nog velen volgen.

Loosduinen kreeg in de loop der jaren de ene na de andere schenking van sticheres Machteld. Blijkbaar wilde ze er zorg voor dragen dat het een prestigieuze instelling werd. De oorkondes die van die schenkingen werden opgemaakt zijn waardevolle bronnen voor het schetsen van de contouren van het vroege Westland. Stukken land, en hun afpalingen worden erin beschreven, zoals van de gors buiten de Maasdijk die ze meteen al in november 1235 schonk aan het klooster als weidegrond voor driehonderd schapen. Ook andere abdijen krijgen stukken weidegrond in de buurt van 's-Gravenzande in eigendom geschonken.

Machteld kon meer grond weggeven dan ze oorspronkelijk van haar man Floris gekregen had omdat ze bovendien actief werd als inpolderaarster. Het Deunisveld, een gorzengebied ten zuidwesten van 's-Graven- zande, werd door haar met eigen inspanning en op eigen kosten ingedijkt en drooggelegd. Dit is in feite het begin geworden van 's-Gravenzande als nederzetting. Voor de arbeidskrachten die hier werk vonden moest immers voor onderdak worden gezorgd.

Kerkje
En er moest een kerkje komen voor het zielheil van die nieuwe 'Westlanders'. Het was te ver lopen naar Monster, waar al een kerk stond. Een nieuwe parochie met een eigen kerk werd in 1238 door bisschop-elect Otto III (wel al in bezit van de wereldlijke macht, maar niet de geestelijke bevoegdheden) van Utrecht officieel in het leven geroepen.

Ook deze kerk werd met de nodige voorrechten en goederen begiftigd door Machteld, die tot haar dood gravin van Holland werd genoemd. Toen haar zoon Willem eenmaal mondig werd, het geen al op twaalfjarige leeftijd zover was, bleek hij zeker niet van zijn moeder te zijn ver- vreemd, ondanks de voogden die hem niet altijd die richting in zullen hebben gestuurd. Willem zette de ontwikkeling van 's-Gravenzande tot een bloeiende nederzetting verder voort. Het was zelfs de bedoeling dat hier een volwassen stad had moeten komen, met mogelijk een belangrijke haven en bijbehorend handelscentrum. Dat is er niet van gekomen. Maar een begijnhof, een gasthuis, een korenmolen, een lakenhal en een boterwaag volgden in de jaren na de bouw van de kerk. En in mei 1246 kreeg 's-Gravenzande stadsrechten.

Machteld overleefde ook haar zoon Willem meer dan tien jaar. Willem vond de dood toen hij de opstandige Westfriezen en Kennemers gewapenderhand met een flink legertje tot de orde wilde roepen. Machteld bleef doorgaan met het steunen van de door haar gestichte religieuze instellingen met rijke giften. Ze stierf op 22 december 1267 op de abdij van Loosduinen, waar ze ook begraven werd. Volgens haar grafschrift in die abdijkerk was ze 'een spiegel voor getrouwde vrouwen en weduwen' en 'een licht voor het nageslacht'.