Van dhr. J. C. Rietdijk uit Weert ontvingen we onderstaande
prenten,
die uit een RABO-Bank kalender van 1987 komen, ook de tekst.
Hartelijk dank heer Rietdijk!
Waar nu in Monster een
aantal parkeervakken onze heilige koe ten dienste staat, lagen vroeger de rails
van de Westlandse tram. De foto toont ons het punt waar links
café
De Aanleg zich bevond. Het
was een onderdeel van de laagbouw die je er nu nog aantreft. Het pad rechts is
voltooid verleden tijd, maar de contouren van het huis op de achtergrond zijn
nog steeds te herkennen. O.a. gemeentesecretaris de heer Van Luik heeft er
gewoond. De Westlandse tram had hier een wissel die door kwajongens nogal eens
werd omgezet waardoor de tram op het verkeerde pad terecht kwam en de conducteur
er tot z'n grote ergernis uit moest om de zaak weer in het juiste spoor te
krijgen. De foto is er typisch één van de goeie ouwe tijd waarin men er echt
voor ging staan om maar zo voordelig mogelijk op de kiek te komen.
Vanuit de 's-Gravenzandse
Vaartstraat heb je nog steeds een zelfde gezicht op de Hoflaan met rechts de
smederij van de firma Hoogkamer waar ook paarden werden beslagen. Op de hoek
links woonde mevrouw Boers-van Straalen, dochter van Jan van Straalen en moeder
van Maarten Boers, de drankhandel die nu gedreven wordt door de dochter van de
heer Boers. In de poort daarachter zat de heer Duifhuizen die met een hondenkar
petroleum ventte. Maar knikkers verkocht-ie ook. De karakteristieke boom achter
het hek, rechts op de achtergrond, staat er nog altijd. De foto is van 1903 en
waarschijnlijk de oudste van deze kalender.
Ter Heijde in 1927. een
jaar voor de afbraak. Voltooid verleden tijd, althans voor het Ter Heijde van de
twintiger jaren want het dorp werd in 1930 herbouwd. Dat het vroeger een
schilderachtig vissersdorp was, is op deze prent goed te zien. We kijken hier de
oude Trompstraat in, richting duinen. De huisjes dateren uit de jaren rond 1740.
Opvallend is dat men destijds nu eens de druipkant en dan weer de topgevel aan
de straatzijde bouwde. De dakvlakken hadden verschillende hellingen en ook in de
kleuren was men niet gebonden aan wetten en regels. Muren waren
vaak
wit gepleisterd, daken voorzien van rode pannen terwijl de blinden voor de ramen
groen waren geschilderd. Maar van bestrating had men kennelijk nog geen kaas
gegeten.
't Wegje in het Monster van
driekwart eeuw geleden. Het is er allang niet meer maar was waar nu de
Havenstraat overgaat in de Gantellaan. 't Wegje, en veel meer was het ook niet,
een weggetje langs de vaart die uitliep in de haven bij de grote kerk. Rechts op
de voorgrond zien we nog een tweetal palen waarop borden zijn bevestigd. Zij
zullen de schippers van die dagen verteld hebben dat aanleggen er verboden was.
Uiteindelijk was de haven er niet voor niets. Van de Emmastraat was er in die
jaren nog helemaal geen sprake. Dirk Looije had er zijn tuin, oudere
Monsternaren weten dat misschien nog. Wie weet zijn de twee jonge bomen (links)
in het midden) dezelfde als de twee voor het huidige huis nummer 30. Ze hebben
er de leeftijd voor. . . . . . .
"Secretaris Schumacher",
staat er te lezen op de reddingsboot van Ter Heijde. Een wat droge benaming voor
zo'n heldhaftig schip. De man van die naam zal het echter wel verdiend hebben.
De prent dateert van 1910 toen Prins Hendrik (rechts op de voorgrond met platte
pet) een oefening bijwoonde op het strand van Ter Heijde. De prins was
beschermheer van de reddingsmaatschappij en voelde zich derhalve nauw betrokken
bij het reddingswezen wat o.a. tot uiting kwam bij de ramp met de Berlin, enkele
jaren eerder voor de kust van Hoek van Holland. De zgn. roeireddingsboot werd
met paarden, die aan weerszijden van de achterste wielassen werden aangespannen,
de zee ingetrokken. Speciaal voor de plaat staat de voltallige bemanning
aangetreden, twaalf manhaftige kerels.
Oudere inwoners van Hoek
van Holland herinneren zich vast nog wel de Blikken Buurt. Het waren
dienstwoningen van de Nederlandse Spoorwegen waarin werknemers (in de ruimste
zin des woords) waren gehuisvest. Omdat golfplaten een veel toegepast
bouwmateriaal was bij deze Derde Wereldachtige optrekjes, werd het de Blikken
Buurt genoemd. Ze stonden oostelijk van de vuurtoren, op de spoordijk. Op de
voorgrond en links ligt de oude ijsbaan die tot ver na de Tweede Wereldoorlog
nog in gebruik was. Bij zomerdag graasden er koeien. Eén van de 26 platen van
deze kalender waarvan niets, maar dan ook niets meer over is.
Kerkplein, hoek
Herenstraat. Het hart van oud-Monster, toen en nu. Maar nu staat in de schaduw
van de grote kerk geen gemeentehuis meer. Het gemeentehuis dat we op deze foto
van 1904 zien is het oude raadhuis dat ver voor de eeuwwisseling werd gebouwd.
Dat stelde in het begin van onze eeuw nog niet zoveel voor. De twee ramen links
van de deur waren voldoende en rechts resideerde de gemeentebode. De man, die zo
gemoedelijk tegen de pomp leunt, is de oude Toon van Spronsen. Toon zorgde,
geheel op eigen initiatief, voor de nieuwslezing in Monster. Daartoe stond hij
daar de hele dag, van 's morgens vroeg tot laat in de avond, zes dagen in de
week het plaatselijk nieuws te verzamelen, te "verwerken" en uiteraard zorgde
hij ook voor de verspreiding ervan. En in het verlengde van die nieuwsgaring
ontstonden daar bij de pomp ook de dorpsverhalen zoals alleen in die tijd
dorpsverhalen de ronde deden, rijk aan humor en bont opgesmukt zoals dat bij de
dorpspraat hoorde. Want radio en T.V. waren er niet. Nog lang niet!
Hoek van Holland anno 1907.
En wel het gedeelte dat het Eerste Zandwerk werd genoemd want de échte oude Hoek
lag bij de Strandweg. Hier zien we de karakteristieke watertoren en kijken tegen
de Rietdijkstraat aan. Het hoogste huis is Hotel America. Het "gat" rechts is de
tegenwoordige Prins Hendrikstraat. Hoek van Holland was destijds nog gemeente
's-Gravenzande, een gemeente die niet kapitaalkrachtig genoeg was om de Hoek van
een eigen waterleiding te voorzien. Vandaar dat de Nederlandse Spoorwegen er toe
overgingen een eigen watertoren en pompinstallatie te bouwen ten einde de
passagiers en locomotieven toch over het nodige drink- c.q. koelwater te kunnen
laten beschikken. De Hoekse VVV heeft - nadat de watertoren overbodig was
geworden - nog getracht deze als onderkomen te verkrijgen maar dat is niet
gelukt. De toren stond waar nu de Harwichweg de Langeweg kruist, in de nabijheid
van het Herman Visserhuis. In de meidagen van 1940, aan het begin van
Wereldoorlog 11, is de toren als waarnemingspost gebruikt door de CDT van het 3e
Regiment Infanterie van de Koninklijke Landmacht.
Hoek
van
Holland, 29 juni 1908. De kiek is genomen vanaf de vroegere vuurtoren die er
overigens nog altijd staat en laat het deel van de Hoek zien wat in die jaren
het Eerste Zandwerk werd genoemd. Links de watertoren van de Nederlandse
Spoorwegen en de Paardenstraat, op de achtergrond o.a. de oude Rooms Katholieke
Kerk en daar tussenin de toenmalige bebouwing van de Prins Hendrikstraat, 1 e
Scheepvaartstraat, Rietdijkstraat, Harmoniestraat en Concordiastraat. Goed te
herkennen zijn nog de zgn. bootwerkerhuizen in de 1e Scheepvaartstraat en rechts
Hotel Ingemar, toen hulpsecretarie. Over de Prins Hendrikstraat sukkelt het
trammetje over z'n rails. De vlakte op de voorgrond was in gebruik als weiland
en vanaf de twintiger jaren als speelveld van Voetbalvereniging Hoek van
Holland. In 1945 werd het Transitcamp er gevestigd -in de volksmond het Engelse
Kamp genoemd -en vandaag de dag heet het, het Blesplan en staat het volgebouwd
met huizen.
Het Vaartplein anno 1987
lijkt in de verste verte niet meer op het Vaartplein van zo'n 75 jaar geleden.
Waar nu de passagiers van de streekbussen van West-Nederland in- en uitstappen,
werd toen mest gereden. Met een platte schop werd de mest in de mest- bakken
gedeponeerd. een bezigheid die vandaag de dag heel 's-Gravenzande op z'n kop zou
zetten vanwege de stankoverlast. De enige beperking van toen was dat er na vijf
uur zaterdagmiddag niet meer gereden mocht worden. Wat op deze oude prent nog
wel min of meer herkenbaar is, is het hoge huis op de achtergrond waar nu
drankenhandel Impodra is gevestigd. Een dikke laag klimop maakt vergelijken van
de details echter nogal moeilijk. In de poort rechts zat bakker Mostert met zijn
bedrijf.
Het staat er nog net als
voorheen, dat station van 's-Gravenzande. Alleen is het allang niet meer in
gebruik als station maar als onderkomen van de Ned. Zaadcentrale. Tot in de
meeste details is het fraaie gebouwtje nog het zelfde, tot de karakteristieke
dakspanten en de sierlijke vensters toe. Het pand ernaast heeft door de jaren
heen flink wat wijzigingen ondergaan, maar het derde en laatste huis op de rij
staat er nog praktisch onveranderd bij. De foto toont het moment waarop de tram
op het punt staat te vertrekken en zo te zien was daar behoorlijke
belangstelling voor. Reeds vóór 1940 werd de tramlijn opgeheven maar tijdens de
oorlogsjaren werd hij weer in gebruik genomen waarna de lijn in deze
hoedanigheid nog jaren dienst heeft gedaan.
Het Marktplein, hart van
's-Gravenzande, toen en nu nog. Maar als we heel eerlijk zijn: tóen nog meer als
nu, want zo'n decoratieve muziekkapel hoort toch eigenlijk helemaal bij een
marktplein. Achter de muziektent, waar nu het politiebureau is gevestigd, stond
de Openbare School. Van het Marktplein zuidzijde zijn alleen de twee middelste
panden nog te herkennen. Boetiek 't Haantje heeft er inmiddels z'n tenten
opgeslagen. Links daarvan staat nu de Rabobank terwijl rechts de schoenenzaak
van Van Dalen zich bevindt. In 1917, want in dat jaar werd deze prentbriefkaart
afgestempeld, op 10 september om precies te zijn, waren dat o.a. de winkel van
Dirk de Jong, een handel in petroleum en huishoudelijke artikelen, een slagerij
en de sigarenzaak van Van Baarzel. De dorpspomp staat er nog maar zijn aanzien
is bij nauwkeurige vergelijking toch wel behoorlijk veranderd. En de bomen, ja
die zijn wat hoger en dikker geworden in de 70 jaren die voorbij zijn gegaan.
Het eerste protestantse
kerkje van Ter Heijde werd op 18 juli 1668 in gebruik genomen. De Prins van
Oranje, tevens ambachtsheer van Ter Heijde, had er de eerste steen voor gelegd.
De kerk heeft het vijftig jaar uit kunnen houden, toen moest het 320 meter
landinwaarts worden herbouwd omdat wind en water steeds grotere stukken van de
kust wegsloegen. In 1720 konden de Heijers opnieuw ter kerke. Toen in 1942 de
Duitsers Ter Heijde opofferden aan de Atlantic Wall, bleef het kerkje gespaard.
Weliswaar niet voor de Dienst des Heeren maar als paardenstal voor de bezetter.
In 1952 tenslotte werd de kerk weer in ere hersteld, voorzien van een extra
zijbeuk. De foto stamt uit de jaren rond de eeuwwisseling. Het houten hek rond
het kerkhof zult u vergeefs zoeken. Een stenen muur beneemt nu het zicht op de
graven.
Het dorpscafé van Ter
Heijde omstreeks 1914. Het was in 1739 gebouwd als Schoolhuis ter vervanging van
de door de zee bedreigde school uit 1552. In 1873 werd de nieuwe school in
gebruik genomen en nam de fam. Looije het oude schooltje over die er een café in
begon. In 1928 is het met het oude dorp afgebroken. Het café was een trefpunt
voor jonge en oude Heijers. Rechts staat de heer Looije die behalve kastelein
ook barbier en klokkenluider was. Bovendien had hij een schoenmakerij (links van
de voordeur). Met recht een multifunctioneel bedrijf dus. Naast hem zijn twee
dochtertjes, links de schoenmakersknecht en de enige Monsterse postbode, de heer
Vermaat, in vol ornaat. Het bord aan de dakgoot is er later bij een zware storm
afgewaaid.
Feitelijk is er nog niet
zo heel veel veranderd sinds deze foto werd gemaakt. De
laagbouw in het begin van de Zeestraat in 's-Gravenzande vinden we er ook nu
nog. Natuurlijk hebben de huizen wel aan aanzien gewonnen. Zo zijn o.a. de
bovenverdiepingen beter bewoonbaar gemaakt door grote dakkapellen, de muren
gepleisterd of zelfs van nieuwe stenen voorzien en de meeste schoorstenen
verdwenen. 't Was al met al een gemoedelijke tijd. Men had nog niet zo'n haast
en stond graag een praatje te maken. En de was? Die werd gewoon te drogen
gehangen op het hek van de boerderij van Van Straalen waar nu dokter van Rijn
zijn praktijk heeft. In het derde pandje links, waar het meisje voor staat,
bevond zich de groentezaak van Gerrit Boers, daarnaast zat fietsenmaker
Overkleeft die ook benzine verkocht. En verderop in de Zeestraat zaten onder
meer nog bakker Vos, kruidenier Piet Quack en het winkeltje van kruidenier v. d.
Ende die daarnaast ook nog vrachtrijder was en “De Kordaat" werd genoemd.
Een heel oude prent waarop
zelfs de graan- en meelhandel van de Firma van der Ende, voorloper van het
veilinggebouw, nog niet staat afgebeeld. Het enige wat er nog is, is het oude
pakhuisje met de twee luiken boven elkaar, uiterst links op de foto. Dit
pakhuisje staat achter drankenhandel Impodra. De luiken zie je overigens niet
meer. Die zijn weggemetseld achter een betongrijze muur. De kratten op de
voorgrond hebben waarschijnlijk bloemkool bevat, wachtend op transport naar
misschien wel Den Haag of nog verder. Evenals de kinderen die er op hun paasbest
bij staan en wellicht in afwachting zijn van een dagje varen door het Westland.
De optrekjes rechts stonden waar nu de Comtu is gevestigd. De haven is er, nog
wel maar is teruggedrongen naar achteren want de rol van het water is in het
Westland allang overgenomen door die van het asfalt.
Een dubbelspoor in de Prins
Hendrikstraat! Wie kan zich dat nog voorstellen als hij of zij door de
hoofdstraat van Hoek van Holland wandelt? Hoe tijden kunnen veranderen! De prent
is van 1919 en laat het punt zien waar in die jaren het eindstation van de WSM
zich bevond, tussen het postkantoor en het Blesplan in ongeveer waar nu Radio
HesseIs is gevestigd. Het postkantoor staat er nog steeds in volle glorie. tot
praktisch in alle details nog hetzelfde. Ook het iets verder gelegen huis, nu
Hotel Ingemar, toen hulp- secretarie en later pastorie. staat er nog. De Prins
Hendrikstraat zelf beperkte zich tot een smalle straatweg want de twee sporen
van de tramlijn slokte driekwart van de weg op. Ter hoogte van de klok bij Hotel
America werd het enkelspoor waarna de lijn haar weg vervolgde en bij de
Strandweg met een grote bocht naar 's-Gravenzande liep. Er werden zowel
passagiers als vracht vervoerd.
De Terheijdenscheweg zult u
tevergeefs zoeken in het dorp Monster. Want wat toen de Terheijdenscheweg
heette, is nu de Rijnweg. Overigens bestaat er heden ten dage nog wel een
Heijdseweg maar die moeten we verderop zoeken. Het punt is nog goed herkenbaar.
Het grote witte huis rechts, de voormalige burgemeesterswoning, kan gewoon niet
missen, alleen zijn de bomen verdwenen en is de villa helaas ontdaan van z'n
tierelantijnen. Hij ligt er nu eigenlijk maar kaaltjes bij als je 'm vergelijkt
met de foto van driekwart eeuw geleden. Ook het aanzien van de huizenrij links
is nog hetzelfde, zeker het eerste pandje. Het staat er nog even wit als
vroeger. Toen ze destijds door de firma N. Brederoo werden gezet, kostten ze nog
geen 800 gulden.
De prentbriefkaart is
afgestempeld op 17 juli 1923 en het kost niet veel moeite om bij een hedendaags
strandbezoek vast te stellen dat er in die 64 jaar het één en ander is
veranderd. Van bruin en bloot was toen nog geen sprake, je was al ondeugend als
je op blote voeten oog in oog met de branding kwam te staan. De kuisheid ging
zelfs zo ver dat de badkoetsjes, in gebruik als kleedhokjes, met bader of
baadster en al de zee in werden gereden waarop men schichtig het water instapte,
door de koetsjes min of meer onttrokken aan de nieuwsgierige blikken van de
strandbezoekers. Moet je nu eens komen!! Vermeldenswaard is dat de badkoetsjes
gemaakt waren van de restanten van oude Duitse legervoertuigen die bij de
aftocht in 1918 waren achtergebleven in Limburg. Smid Rooney heeft het spul toen
opgekocht en er de koetsjes van gemaakt. Ze bleven tot ver na de Eerste
Wereldoorlog in gebruik en enkele werden nota bene in de Tweede Wereldoorlog
opnieuw door de Duitsers voor oorlogsdoeleinden ingezet. Na de Tweede
Wereldoorlog werden de overgebleven koetsjes ook nog gebruikt, nu als
kleedhokjes naast de vaste cabines op het strand. Over recycling gesproken. . .
. . . .
De naam is hetzelfde en ook
de toren staat er nog even onverzettelijk. Maar voor de rest is het eigenlijk
allemaal weg: vertimmerd, weggebroken of gerenoveerd, aangepast aan de eisen van
een tijd die voortdurend in beweging is. Hoewel, het witte pand op de hoek van
het Kerkplein heeft door de jaren heen weinig veranderingen ondergaan. Rechts
zien we een soldaat uit de mobilisatie van' 14-' 18 en helemaal op de
achtergrond, onder de bomen, schemert nog het oude gemeentehuis. Voor wat oudere
Monstenaren: de grote vrouw links is Japie Solleveld, staande naast haar winkel
in manifacturen. Bij een besteding van 5 gulden kreeg men een ansichtkaart
cadeau, een dorpsgezicht van Monster. Op de achterzijde van de kaart stond dan
haar naam vermeld want ze was ook eigenares van de gelijknamige uitgeverij. Het
huisje links van de auto was van Kasper Bouman die daar een zaak in galanterieën
dreef, thans bewoond door de heer Toos Pakvis. De dakgoten waren in die tijd zo
laag dat het kwajongens geen enkele moeite kostte de mussen te vangen die achter
de klossen zaten waarop de goten rustten. Ze werden overigens elders weer
losgelaten, o.a. in een bakkerij, aldus de heer Piet Lamot, ex-koster van de
Ned. Hervormde Kerk.
De grote passagiersschepen
van de Holland-Amerika Lijn konden alleen bij hoog water doorvaren naar
Rotterdam. Was dat niet het geval dan moesten ze i.v.m. de diepte van de
Waterweg, worden afgemeerd te Hoek van Holland. Vandaar dat er voorzieningen
waren getroffen voor de aan- en afvoer van passagiers en vracht. Wat we op de
foto zien (1919) is de aankomst van het stoomschip Rotterdam bij de
aanlegsteiger. Vooral Poolse Joden schijnen in die tijd van hier vertrokken te
zijn. Later werd het dienstgebouw van de H. A. L. als fruitloods in gebruik
genomen en in de mobilisatie van '39-' 40 werd het gebouw geannexeerd door
Nederlandse militairen. Z'n laatste bestemming was een onderdeel van het
Transitcamp t.b.v. Engelse soldaten. In 1956 ten slotte is het afgebrand. U moet
zich de locatie van deze foto ongeveer denken op de plek waar in 1986 de grote
terminal van de Maatschappij Zeeland is gebouwd.
Dat de Molenweg in Monster
vandaag de dag echt breed is, zouden we niet willen beweren, maar driekwart eeuw
geleden was-ie dat in ieder geval niet! Een smalle weg waar twee paard-en-wagens
elkaar maar net konden passeren en daar hield het mee op. Links staan nu
tamelijk hoge bomen en een manshoog ijzeren hek sluit het kerkhof af van de weg.
In de opstallen rechts oefende boer Borsboom z'n bedrijf uit en in het huisje
links woonde de koddebeier Bram de Rijke, die echter vanwege zijn beroep meer in
de duinen vertoefde dan binnenshuis. Stropers gaven in die tijd namelijk
handenvol werk. . . . . . Wat onveranderd is gebleven is de molen. Goed, er mag
dan eens wat aan hersteld zijn maar De Vier Winden maalt er nog altijd zijn
wieken door de Monsterse hemel.
Bij een oppervlakkige
beschouwing van deze foto lijkt er niet zo gek veel veranderd te zijn in
driekwart eeuw 's-Gravenzande. De contouren van het stadhuis zijn dan ook zo
markant dat heden en verleden elkaar nauwelijks ontlopen. Maar dan de details!
Want wie weet nog dat in de Langestraat het Politiebureau stond, een meer dan
simpel optrekje dat bijna gemangeld werd tussen het Gemeentehuis en Spekslagerij
P. Luik? Beide hebben ze reeds lang plaats moeten maken voor andere bebouwingen
terwijl het stadhuis zelf nog slechts een fragment is van een inmiddels veel
groter en moderner gebouw. De Spaansche Vloot is nog te herkennen maar het huis
daarvóór is er ook allang niet meer. Het was van dominee Van Geest die nu nog
voortleeft in de naar hem genoemde straat op exact dezelfde plaats. De boom
rechts werd met recht De Dikke Boom genoemd. Officieus had hij dezelfde functie
als in vissersplaatsjes de zgn. leugenbank aan de haven. Sterke verhalen waren
er schering en inslag en de grond rond de stam zal zonder twijfel als
kwispeldoor hebben gediend.
Als je nu over de Strandweg
in Hoek van Holland loopt, richting zee, dan is daar van bebouwing nog weinig te
merken. Het eindpunt van de N .S., nauwelijks een station te noemen, het
restaurant van Van der Sande en nog wat horeca waarvan ook de bar Sgt. Peppers
deel uitmaakt. En voor de rest een vlakte, gras, struiken en duinen. Maar
helemaal geen tramlijn die op deze plaat van omstreeks 1913 nog tot in de "Oude
Hoek" doorgetrokken was. Wat tegenwoordig een wensdroom is, was vroeger een
realiteit! Die Oude Hoek was ontstaan bij het graven van de Nieuwe Waterweg en
wat nu de kern van Hoek van Holland vormt, werd toen als nieuw bestempeld en het
Eerste en Tweede Zandwerk genoemd. Links op de foto zien we o.a. de pandjes van
Van der Hoeven (de "Bierboer"), slager Boekestein (nu Sgt. Peppers) en
kruidenier Vermeer. Hoe de tijd het straatbeeld al kan veranderen! De Oude Hoek
werd voor het grootste gedeelte in 1943 door de Duitse bezetter i.v.m. de aanleg
van de Westwal afgebroken.
Aankomst van de
Westlandsche stoomtram in de Choorstraat te Monster. Een hele gebeurtenis zo te
zien. Of zou het allemaal speciaal voor de foto geweest zijn? Het grote pand
links is
café Overheijde, ook nu nog welbekend. Toen was het een
hotel en er zullen heel wat gasten van Overheijde hier in en uit de tram zijn
gestapt. Opvallend detail is dat de ingemetselde witte gevelstenen er nog zijn.
Geluidshinder en stankoverlast zullen toen nog onbekende begrippen geweest zijn
want dat zo'n ijzeren gevaarte zó dicht langs je voorgevel dreunde, zal
nauwelijks ergernis hebben gewekt. De tram had eerste en tweede klas en ook dat
was de gewoonste zaak van de wereld.
Wie goed kijkt ziet op de
zijgevel van café Overheijde nu nog "Bondshotel" staan. Het woord is weliswaar
overgeschilderd maar het is er nog. Evenals het raam daarboven. Voor de rest is
het allemaal anders geworden, de benedenpui, de achtergevel en het hek, dat is
er helemaal niet meer. Na het hek werd op deze plek de eerste Monsterse veiling
gebouwd en pas daarna kwam de Dr. van der Brinkstraat. Geveild werd er voordien
ook al en wel op het biljart van het hotel! De kleine jongen die zo parmantig
voor de fotograaf poseert is de bekende heer Piet Lamot, gedurende 44 jaar
koster van de Ned. Hervormde Kerk. Op de foto is hij een jaar of zes. Let u ook
eens op het mooie smeedijzeren hek boven de ingang van het Bondshotel. Het is er
nog steeds. al meer dan tachtig jaar.